EL COMBO BATANGA - WHO CARES

 

Ik geef toe, lezer, dat ik al een tijdje loop te zeuren over de vervlakking van veel Cubaanse en aanverwante muziek. Ik vind dat heel veel bands niet het niveau van een hotellobby-groep overstijgen en dat er veel te veel op “goed voor toeristen”-niveau gespeeld wordt. Dat is eigenlijk al redelijk snel na de Buena Vista Social Club begonnen en het feit dat we, na dertig jaar, nog altijd naar die plaat en haar afgeleiden teruggrijpen, bevestigt -weinig verrassend uiteindelijk- onze stelling. Maar, beste vrienden, er is hoop, want de voorbije dagen weerklonk ter hoogte van de villa H. ettelijke malen de debuutplaat van dit redelijk bonte gezelschap dat vanuit Madrid opereert en dat naar mijn aanvoelen zelfs de Heizelvlakte in een kolkende danstent kan omtoveren.

Het recept is nochtans kinderlijk eenvoudig: men neemt de stijl en de klank van de boogaloo uit de jaren ’50 en 60 en gaat daarmee aan de slag. Die muziek, die oorspronkelijk in de Spaanse buurten van New York populair was, bracht ontzettend knappe bands en dito songs voort en dat was te danken aan de samensmelting van zwarte R&B met voornamelijk Mambo en Soul. Mongo Santamaria’s versie van “Watermelon Man”, “Bang Bang” van Joe Cuba Sextet, “El Watusi” van Ray Barretto, die ons later ook nog “A Deeper Shade of Soul” schonk…het zijn allemaal voorbeelden van de stijl, die niet echt een lang leven beschoren was, maar die wel bleef voortleven in wat we vandaag de Nuyorican Soul zijn gaan noemen: aanstekelijke ritmes, bijzonder veel razendsnelle conga-patronen en op doo wop gebaseerde zangpartijen zijn de voornaamste kenmerken van deze muzieksoort, waarop het bijzonder moeilijk stilzitten is.

De negen gasten van El Combo Batanga hebben heel duidelijk erg goed naar de platen uit de kast van hun ouders geluisterd en brouwen daar vandaag een soepje mee, dat erg veel van een magisch drankje heeft: alle elementen van het origineel zitten erin en, net zoals de geweldige Iguanas nu ruim een kwarteeuw geleden deden met hun nog altijd fantastische “Nueva Boogaloo” -herinner u “Oyé Isabel”-,of Ry Cooder met zijn “Chavez Ravine”, die een hernieuwde interesse veroorzaakte in het werk van Don Tosti en Lalo Guerrero, kunnen deze Madrilenen voor een soort revival zorgen van een al te zeer onderschat genre.

Dat ze die potentie hebben, is in niet geringe mate te danken aan de stem van leadzanger Alejandro Guttierrez en aan de ongemeen enthousiaste manier waarop de heren samenspelen. Sax, trompet, trombone, conga, drums, gitaar, bas en piano…het wordt hier allemaal bijzonder geraffineerd samengesmolten en de kleine veertig minuten, die deze plaat duurt, zijn een genot voor oren en heupen. Hier word je, willen of niet vrolijk van en dat is al helemaal het geval, als de band zich aan Otis Redding’s “Mr. Pitiful”,waagt, hier vertaald als “Don Lamento” of aan James Brown’s “Please Please”, dat de plaat mag afsluiten. Heerlijke plaat, waarop ook DJ Rudi King even zijn opwachting maakt. U hoeft mij niet te bedanken voor al de namedropping in deze tekst, nee: u moet ze allemaal opzoeken en u verdiepen in een genre dat helemaal ten onrechte dreigt vergeten te raken. Daarom alleen is deze plaat redelijk onmisbaar, al is ze vooral geweldig goed gezongen en gespeeld!

(Dani Heyvaert)

 


Artiest info
   
 

Label: Tucxone Records
distr.: Xango

video